De Dwaler

Heb je ooit gehoord van een trekkende tovenaar,
Hij heeft een zachte tred, en een wakende staar,
Rookt af en toe een pijp, en draagt normale kleren,
Hij kent overal de weg, weet altijd hoe te keren,

Eeuwig vergezeld door belantaarnde vlam,
Mysterieus als de mist waarin hij aanlopen kwam,
Immer ronddwalen, alles horen,
Tot hij hen vindt die het pad zijn verloren,

Kruist hij je pad, dan vraagt hij geheid,
Een gunst, een antwoord, een kleinigheid,
Hij belooft je ook wat terug, voor wat hoort,
Soms vrede en rust, soms een raadselachtig antwoord,

Hij lijkt zoekende, wachtende, en bovenal wijs,
Soms even gevangen, in zijn eeuwige reis,
Wat is zijn doel met dit verzamelde weten?
Een kruistocht, boetedoening, duister geweten?

Hij weet veel, en nog verzamelt hij informatie,
Geen liederen of entertainment, geen sensatie,
Een antwoord voor een antwoord, kennis als handel,
En daarna is hij weer aan de wandel,

Bestrijd hem niet! De legende gaat...
Dat zijn wil jouw ledenmaten bewegen laat,
Neemt hij je kennis, én je vrijheid?
Of ga je gewillig mee als hij je leidt?

Weet goed waar je in verzeild raakt,
Voor je het weet is er een strooien popje gemaakt,
Het lijkt sprekend op jou, maar dan heel erg klein,
Hou het goed bij je, anders voel jij de pijn,

Een kameraad ontmoette hem op een van zijn tochten,
De tovenaar zocht een weg naar de onderkrochten,
Wellicht is hij toch een avonturier,
Of schuilt er iets duisters net buiten ons vizier,

Is hij wel zo betrouwbaar en vast,
Of toch meer een sluwe gast,
Zijn vrolijk vuurtje is een leidend licht,
En hij belooft je wat van zijn inzicht,

Toch vraagt hij om jouw kennis en kracht,
En lijkt ontastbaar als mist in de nacht,
Nooit wetend of hij je toch van je munten zal beroven,
Is al wat je kan doen, zijn woorden geloven,

Opgedragen door Willybrard De Bard