Draken

Draken

Deze gigantische, magische en gevleugelde reptielachtigen zijn een creatie van Cornugon.

Het verhaal van de draken.

Aanvankelijk waren er alleen draken op het vuurwaartse land, in de verstuiving en de vulkanische gebieden. Wezens uit vuur, zwavel en zuur. Het pure kwaad zoals alleen daar te vinden was in al hun kleuren en gedaantes.Één draak was er zo machtig dat zelfs Cornugon hem met respect behandelde, Vutha Juglanth de zwarte horror. Vutha was de draak van Cornugon, hij had de grootste schatten en werd goed behandeld.

Maar alles veranderde toen een kleine draak wegliep uit het rijk, een jonge gepeste ziel. Ze moest altijd achteraan staan, niemand van haar volk keek naar haar om, want hier tussen de draken in het vuurwaartse rijk geldt alleen het recht van de sterken. Weloh Osear zoals de rest haar noemde, had van een ijswaartse gevangene gehoord dat voorbij de bergen iedereen als een gelijke werd behandeld. Daarom besloot ze te vertrekken. Maar toen ze uiteindelijk aankwam in het ijswaartse was iedereen bang voor haar. Nog steeds hoorde ze nergens bij, zielig en alleen zwierf ze door het koude land totdat Ainurin haar half bevroren op de kalmte voor zijn toren vond. Ze smeekte hem voor onderdak maar er was geen plaats voor haar in zijn toren, ze paste niet eens door zijn deur. Net toen Weloh het wilde opgeven kreeg Ainurin een idee, hij zou haar een land geven waar niemand bang voor haar was, waar ze geen kou hoefde te lijden en waar niemand haar weg zou jagen. Een eilandengroep waar tot dan toe nog niemand leefde, en hij beloofde dat elke draak die het geweld achter zich liet daar welkom zou zijn. Drakay, zoals men het nu noemt werd het beloofde land voor vreedzame draken. Na enkele jaren overzag Ainurin zijn creatie en besloot dat het ook tijd was voor wat meer kennis, dus hij gaf elk dubbel manuscript, boek, perkament en alles wat maar wijsheid bezat aan Weloh. De draken kregen kennis, en werden wijzer en wijzer. Steeds meer draken kozen voor een vreedzame levensweg en Drakay werd binnen een eeuw dan ook bewoond door bijna een vierde van de totale drakenbevolking van Eronve.

Cornugon was woedend, hoe kon Ainurin hem zijn draken afpakken. Het waren wezens uit vuur, die hoorde niet thuis in het ijswaartse land. Dus besloot hij samen met Vutha en nog een leger aan andere trouwe draken het beloofde land aan te vallen om zo de terugkeer van de draken te eisen. Maar ondanks de bruutheid en de aantallen van Cornugons draken was het tevergeefs, zijn draken werden verslagen. De kennis en wijsheid van de tegenstander verwarde zijn sterke draken. Cornugon moest terugtrekken om nog meer overlopers te voorkomen, hij was woedend.

Sinds die aanval bleef de haat tussen de “wijze” en “brute” draken groeien. De kloof en het verschil tussen beide werd steeds duidelijker, de draken van Drakay veranderde niet alleen in overtuiging maar ook in kleur, waren hun schubben eerst nog gewoon rood, groen, zwart of een andere gewone saaie kleur, nu kwamen er metalige glanzen in door de invloed en overvloed aan metaal in de vulkanische grotten van Drakay. Een groene draak werd meer koper een gele zelfs goud, elke draak veranderde, jong of oud. Er ontstonden hierdoor twee verschillende hoofd rassen, de Drakey en de Vulkey die ieder zelf nog vele subsoorten bevatten. Natuurlijk lieten Cornugon en Vutha het er niet bij zitten....

Vutha groeide sterker, Weloh werd steeds wijzer. Allebij waren ze legendes geworden. De een voor zijn kracht de ander voor haar wijsheid. Vutha was het zat dat hij de positie als legende moest delen met zo’n zwak onderdeurtje. Samen met Cornugon verzon hij een demonische wraak die Weloh terug op haar plaats zou zetten. Met hulp van Morragh liet Vutha zijn schubben glanzen als metaal zodat hij ongestoord naar Drakay zou kunnen reizen, maar de reis viel hem zwaar. Pas na bijna een halve cyclus gevlogen te hebben lande hij getergd door ouderdom en vermoeidheid op het beloofde land. De volgende ochtend werd hij wakker in een onbekende grot, een vriendelijke groet maakte hem wakker, “welkom op het beloofde land vreemde, rust en genees, je hebt het nodig” het waren de wijze woorden van Weloh, die zelf ook de nodige eeuwen had doorstaan... maar ze was nog steeds de zwakste, bedacht hij zich terwijl hij meespeelde met zijn rol.

De tijd verstreek snel op het eiland en Vutha was dan ook weer helemaal bijgekomen, al die tijd had hij het spelletje meegespeeld en zelfs het een en ander geleerd, maar daar zou snel een einde aan komen. Die nacht zou hij zijn wraak nemen. De donkere nachten op het eiland waren koud, dus zodra Shemesh de hemel verliet trokken de draken zich terug in de warme grotten en gangen van de slapende vulkanen. Ook Weloh trok zich terug naar haar grot, en Vutha sloop stil achter haar aan. Net toen Weloh haar ogen langzaam dicht had laten zakken schrok ze op van gestommel in haar grot, tot haar schrik zag ze dat de vreemde draak haar grot binnen was gedrongen. Hij was bijna drie keer zo groot als zij, “wat doe jij hier?” vroeg ze verast. De vreemde draak begon te lachen, zijn schubben verloren ineens hun glans en littekens werden zichtbaar... Vutha's nachtmerrie stond voor haar. Ze wilde schreeuwen, maar het was al te laat, Vutha wierp zijn hele gewicht op haar kleine lichaam, zijn kaken hadden haar keel omsloten en maakten schreeuwen of brullen onmogelijk. Ze kon niks tegen hem doen. Met tranen in haar ogen besefte ze wat er gebeurde, en ze kon hem niet tegen houden.. Ze had het geprobeerd, haar zoon was al een paar maanden uit het ei, maar ze kon het niet. Hij leek te veel op hem en elke keer als ze haar zoon zag werden haar wonden weer opengereten, ze beleefde de nachtmerrie opnieuw en opnieuw. Weloh had geen andere keuze meer, ze moest haar zoon verbannen, anders zou het haar eigen ondergang worden. Jarkor had ze hem genoemd naar de zwarte kolen uit de grond die glansden in het licht, het product van die noodlottige nacht. Ze zou haar zoon nooit meer zien, maar ze kon hem niet zomaar aan zijn lot overlaten. Daarom vertrouwde ze haar zoon toe aan een tovenaar, Sildrix een half-draak die door de liefde van een visser was ontstaan. Hij leefde op een van de kleinere eilandjes van hun gebied en ze wist dat hij voor Jarkor zou zorgen alsof het zijn eigen zoon was